september 16, 2015

Sensorimotor psychotherapie (SP)

Een vernieuwende lichaamsgerichte & ervaringsgerichte behandelmethode voor traumaverwerking en herstel van gehechtheid

Sensorimotor Psychotherapy (SP) is een behandelvorm waarbij aandacht voor het lichaam en de dialoog allebei even belangrijk zijn. In de klinische praktijk heeft SP haar waarde bewezen bij het behandelen van psychotrauma, gehechtheidsproblemen en persoonlijkheidsproblematiek.

Sensorimotor Psychotherapie is in de jaren ‘80 in de VS ontwikkeld door Pat Ogden. In de visie van SP vertelt het lichaam het eigen levensverhaal, waarbij emoties en gedachten naar boven komen. Het lichaam en de lichaamssensaties vormen daarmee het belangrijkste aanknopingspunt voor behandeling.
Het theoretisch fundament is gebaseerd op wetenschappelijke studies op het gebied van neuropsychologie, neurobiologie, gehechtheid- en ontwikkelingspsychologie. In de klinische praktijk integreert SP technieken en inzichten uit diverse psychotherapeutische stromingen. Het is een dynamische psychotherapeutische benadering die in ontwikkeling blijft. Als er nieuwe wetenschappelijke of praktische inzichten zijn, worden ze geïntegreerd.

Centraal staat dat bij de client een verandering pas blijvend kan zijn (transformatie) als die ook werkelijk ervaren en belichaamd wordt in het hier en nu. Hierbij vormt een afgestemde, vertrouwde en veilige therapeutische relatie de basis. Er wordt gewerkt met ‘kleine’ ervaringsgerichte experimenten die in contact met de cliënt worden besproken en afgestemd. Belangrijk daarbij is het samen met aandacht volgen van wat zich in het moment aandient op sensorimotorisch, emotioneel en cognitief niveau (embedded relational mindfulness). Experimenten helpen om meer en beter zicht te krijgen op problemen en werken ondersteunend om deze problemen op te lossen of te veranderen.

In de behandeling van psychotrauma staat het verwerken van de traumatische herinnering centraal. Niet de cognitieve of emotionele herinnering zelf maar de traumatische activatie op lichamelijk niveau, vormt dan de focus van de therapie. Er wordt gewerkt met de tijdens het trauma niet afgemaakte fysieke (verdedigings)reactie. Deze reactie wordt opnieuw geactiveerd, doorgewerkt en zodoende alsnog geïntegreerd in het levensverhaal van de cliënt. Soms is het nodig eerst meer stabiliteit te verwerven voordat met traumaverwerking gestart kan worden. Stabiliteit wordt vergroot door uitleg over de effecten van trauma op het lichaam, en door lichaamsgeoriënteerde vaardigheden aan te leren om de ontregelende emoties weer in balans te brengen.

In de behandeling van relationele, gehechtheids- en persoonlijkheidsproblematiek richt de therapie zich meer op emotionele verwerking en het bewerken van beperkende overtuigingen die samenhangen met belastende ervaringen uit het verleden. Het ervaren van overweldiging, machteloosheid, onveilige gehechtheidsrelaties, afwijzing, bekritisering en verwaarlozing heeft grote invloed op mensen, onder andere op het beeld dat mensen van zichzelf hebben en van de wereld om hen heen. Het beïnvloedt ook de wijze van omgaan met emoties en de overtuigingen die mensen ontwikkelen. In de therapie zoeken therapeut en cliënt samen naar de correctieve ervaring die nodig is om tot verbetering en herstel te komen. Alle nieuwe ervaringen die worden opgedaan gedurende het therapeutische proces worden, in het dagelijks leven geoefend en kunnen zodoende geïntegreerd worden. Cliënten worden daarom uitgenodigd thuis met de nieuw aangeleerde ervaringen te oefenen (“huiswerk” meegeven). Vaak is, na een periode van rouwen over het verleden, ook tijd nodig om met de nieuwe ervaringen en opgedane kennis en vrijheid het leven vorm te geven.